display MAZDA MODEL 6 2016 Handleiding (in Dutch) 

Page 396 of 850

4–219
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood)
Als de stadsverkeer-remassistent (SCBS)
in werking is, gaat het indicatielampje
(rood) knipperen.



Waarschuwing voor botsing
Als er de kans bestaat op een botsing met een
voorliggend voertuig, klinkt er onafgebroken
een zoemtoon en wordt een waarschuwing
aangegeven in de multi-informatiedisplay of
de Active Driving Display.

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display

OPMERKING

 (Zonder SCBS OFF schakelaar)  De werkingsafstand en het volume
van de botsingwaarschuwing kan
veranderd worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
  (Met SCBS OFF schakelaar)  De werkingsafstand en het volume
van de botsingwaarschuwing kan
veranderd worden. Raadpleeg een
of¿ ciële Mazda reparateur.
Display van automatische
remwerking
Nadat de SCBS rem of de remhulp (SCBS
remhulpsysteem) in werking is gesteld,
wordt “SCBS automatische rem” in de
Active Driving Display en de multi-
informatiedisplay aangegeven.

Active Driving Display Multi-informatiedisplay

OPMERKING
  Wanneer de SCBS rem of remhulp
(SCBS remhulpsysteem) in werking
is, klinkt met tussenpozen de anti-
botsingwaarschuwingszoemer.
  Als de auto door de werking van het
SCBS tot stilstand is gebracht en
het rempedaal niet wordt ingetrapt,
klinkt de waarschuwingszoemer
eenmaal na ongeveer 2 seconden
en wordt de SCBS rem automatisch
vrijgezet.


Page 400 of 850

4–223
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPGELET
  Bij het off-road rijden op plaatsen met gras of bladeren, wordt het aanbevolen de
stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) uit te schakelen.
  Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat en van hetzelfde merk, soort
en pro¿ elpatroon op alle 4 wielen. Bovendien geen banden met duidelijk zichtbaar
verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Gebruik geen banden met
duidelijk zichtbaar verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto. Anders bestaat de
kans dat de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) niet normaal functioneert.
  Als zich een laag ijs of sneeuw op de ultrasonische sensoren (achter) heeft vastgezet,
bestaat de kans dat deze afhankelijk van de omstandigheden obstakels niet correct
kunnen bespeuren. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat het systeem de regelingen
niet correct kan uitvoeren. Rijd altijd voorzichtig en let op de achterzijde van de auto.
OPMERKING
  De stand van de auto verandert afhankelijk van het gebruik van het gaspedaal,
rempedaal en stuurwiel, wat voor het systeem de herkenning van een obstakel kan
bemoeilijken of wat tot onnodige detectie kan leiden. In dergelijke gevallen is het
mogelijk dat de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) niet functioneert.
  De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) functioneert onder de volgende
omstandigheden.
 


 Wanneer de motor draait.



 De versnellingshendel (voertuig met handgeschakelde versnellingsbak) of
keuzehendel (voertuig met automatische transmissie) staat in de stand R (achteruit).
 


 “Storing in SCBS achteruit” wordt niet aangegeven in de multi-informatiedisplay.



 Bij een rijsnelheid van ongeveer 2 tot 8 km/h.



 De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) is niet uitgeschakeld.



 Het DSC systeem is niet defect. 

 De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) functioneert met behulp van
ultrasonische sensoren (achter) welke obstakels aan de achterzijde bespeuren door
middel van het uitzenden van ultrasonische golven en vervolgens de terugkerende
golven die door de obstakels weerkaatst worden weer opvangen.


Page 402 of 850

4–225
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  In de volgende gevallen is het mogelijk dat een ultrasonische sensor (achter)
iets abusievelijk als een doelobstakel bespeurt, wat tot gevolg kan hebben dat de
stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) in werking treedt.
 


 Rijden op een steile helling.



 Wielblokken.



 Hangende gordijnen, poortpalen, zoals bij tolpoorten en spoorwegovergangen.



 Bij het rijden nabij objecten zoals gebladerte, geluidswanden, voertuigen, muren en
hekken langs wegen.
 


 Bij het off-road rijden op plaatsen met gras en hooi.



 Bij het rijden door lage poorten, smalle poorten, autowasinstallaties en tunnels.



 Wanneer een trekhaak is gemonteerd of een aanhanger wordt getrokken. 

 (Handgeschakelde versnellingsbak)  Als de auto door de werking van het SCBS tot stilstand wordt gebracht en het
koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
  Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door de
multi-informatiedisplay of de Active Driving Display.
  De stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingsindicatie (oranje) licht op
wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampjes op pagina 4-55 .


Page 403 of 850

4–226
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood)
Als de stadsverkeer-remassistent (SCBS)
in werking is, gaat het indicatielampje
(rood) knipperen.


Display van automatische
remwerking
Nadat de SCBS rem in werking is
gesteld wordt “SCBS automatische rem”
aangegeven in de multi-informatiedisplay
of de Active Driving Display.

Active Driving Display Multi-informatiedisplay

OPMERKING
  Wanneer de SCBS rem in werking
is, klinkt met tussenpozen de
botsingwaarschuwingszoemer.
  Als de auto door de werking van het
SCBS tot stilstand is gebracht en
het rempedaal niet wordt ingetrapt,
klinkt de waarschuwingszoemer
eenmaal na ongeveer 2 seconden
en wordt de SCBS rem automatisch
vrijgezet.
Stopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] (SCBS R)
De stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) kan tijdelijk buiten werking
gesteld worden.
Wanneer het stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] (SCBS R) systeem wordt
uitgeschakeld, gaat het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) OFF indicatielampje
branden.


Het systeem wordt gebruiksklaar zodra de
motor opnieuw gestart wordt.
Zonder SCBS OFF schakelaar
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .


Page 405 of 850

4–228
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) *
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) waarschuwt de bestuurder voor een
mogelijke botsing door middel van een display en een waarschuwingsgeluid als bij
rijsnelheden van ongeveer 15 km/h of hoger de radarsensor (voor) en de vooruitrijcamera
(FSC) bepalen dat er kans is op een botsing met een voorliggend voertuig. Bovendien, als
de radarsensor (voor) en de vooruitrijcamera (FSC) bepalen dat een botsing onvermijdelijk
is, wordt de automatische remregeling uitgevoerd om schade in het geval van een botsing te
verminderen.
Wanneer de bestuurder het rempedaal intrapt, worden de remmen als extra hulp hard en snel
aangetrokken. (Rembekrachtiging (SBS rembekrachtiging))
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) en rijd altijd
voorzichtig:
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is bestemd om in het geval van een
botsing schade te verminderen, niet om ongelukken te voorkomen. De mogelijkheid
voor het bespeuren van een obstakel is beperkt afhankelijk van het obstakel,
weersomstandigheden of verkeerssituaties. Als dus het gaspedaal of rempedaal per
ongeluk wordt ingetrapt, kan dit een ongeluk veroorzaken. Controleer altijd de
veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger
afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
OPGELET
Schakel in de volgende gevallen het systeem uit om abusievelijk functioneren te
voorkomen:
 
 De auto wordt gesleept of sleept een ander voertuig. 
 De auto staat op een rollenbank. 
 Bij het rijden op slechte wegen of op plaatsen met dicht gras of off-road.


Page 406 of 850

4–229
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan:
 


 Het contact op ON wordt gezet.



 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is ingeschakeld.



 De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of sneller.



 De relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggende voertuig is ongeveer
15 km/h of hoger.
 


 De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt niet. 

 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet onder de
volgende omstandigheden:
 


 Als u uw auto snel laat accelereren en dit een voorliggend voertuig dicht nadert.



 De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.



 Het gaspedaal ingetrapt wordt.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Het stuurwiel gedraaid wordt.



 De keuzehendel bediend wordt.



 De richtingaanwijzer gebruikt wordt.



 Wanneer het voorliggende voertuig niet uitgerust is met achterlichten of de
achterlichten niet branden.
 


 Wanneer waarschuwingen en berichten, zoals die voor een vuile voorruit, verband
houdend met de vooruitrijcamera (FSC) in de multi-informatiedisplay worden getoond.
 
 Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt vierwielige voertuigen
zijn, is het mogelijk dat de radarsensor (voor) de volgende objecten bespeurt, bepaalt
dat deze obstakels zijn en het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) activeert.
 


 Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en sneeuwbanken).



 Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om een hoek of
het maken van een bocht.
 


 Bij het rijden over een smalle brug.



 Bij het rijden onder een lage poort of door een tunnel of smalle poort.



 Bij het inrijden van een ondergrondse parkeergarage.



 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.



 Bij het rijden op plaatsen waar hoog gras is of weiland.



 Tweewielige voertuigen zoals motor¿ etsen of ¿ etsen.



 Voetgangers of niet-metalen objecten zoals bomen. 

 Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door de
multi-informatiedisplay.
  De Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) waarschuwingsindicatie (oranje) licht
op wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampjes op pagina 4-54 .


Page 407 of 850

4–230
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Indicatielampje van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS)
(Rood)
Als het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) in werking is, gaat
het indicatielampje (rood) knipperen.



Waarschuwing voor botsing
Als er de kans bestaat op een botsing
met een voorliggend voertuig, klinkt er
onafgebroken een pieptoon en wordt een
waarschuwing aangegeven op de display.


Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
Het Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) kan tijdelijk buiten werking gesteld
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
Wanneer het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, gaat het Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) OFF
indicatielampje branden.


Het systeem wordt gebruiksklaar zodra de
motor opnieuw gestart wordt.
OPMERKING
Als de werking van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, wordt tegelijkertijd
de werking van het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) systeem
uitgeschakeld.


Page 414 of 850

4–237
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Radarsensor (Voor) *
Uw auto is uitgerust met een radarsensor (voor).
De volgende systemen maken eveneens gebruik van de radarsensor (voor).
 


 Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem



 Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)



 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De radarsensor (voor) zendt radiogolven uit die weerkaatst worden door een voorliggend
voertuig of een obstakel en die vervolgens weer door de radarsensor worden opgevangen.
De radarsensor (voor) is gemonteerd achter het voorembleem.

Radarsensor (Voor)

Als “Radar voor geblokkeerd” wordt getoond in de multi-informatiedisplay van de
instrumentengroep, het gedeelte rondom de radarsensor (voor) reinigen.


Page 423 of 850

4–246
Tijdens het rijden
Kruissnelheidsregelaar
De rijsnelheid die met behulp van de
kruissnelheidsregelaar is ingesteld wordt
weergegeven in de instrumentengroep.

Type A instrumentengroep
Type B instrumentengroep Multi-informatiedisplay
Active Driving Display

Verhogen van de kruissnelheid
Volg een van onderstaande procedures.
Verhogen van de snelheid met behulp
van de bedieningsschakelaar van de
kruissnelheidsregelaar
Druk de RES /
schakelaar in en houd
deze ingedrukt. De rijsnelheid neemt toe.
Laat de schakelaar bij de gewenste
snelheid los.

Druk op de RES /
schakelaar en laat deze
onmiddellijk los om de ingestelde snelheid
af te stellen. Door de toets meerdere malen
in te drukken wordt de ingestelde snelheid
al naargelang verhoogd.
Verhogen van de snelheid door één
enkele druk op de RES /
schakelaar
Aanduiding in instrumentengroep voor
rijsnelheid aangegeven in km/h: 1 km/h
(0,6 mijl/h)
Aanduiding in instrumentengroep voor
rijsnelheid aangegeven in mijl/h: 1 mijl/h
(1,6 km/h)
Verhogen van de snelheid met behulp
van het gaspedaal
Druk het gaspedaal in om te accelereren
tot de gewenste snelheid. Druk de SET

knop in en laat deze dan onmiddellijk los.
OPMERKING
Accelereer indien u tijdelijk uw
snelheid wilt verhogen wanneer de
kruissnelheidsregelaar is ingeschakeld.
Een hogere snelheid heeft geen invloed
op de ingestelde snelheid en verandert
deze niet. Neem uw voet van het
gaspedaal om terug te keren naar de
ingestelde snelheid.


Page 431 of 850

4–254
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
*Bepaalde modellen.
A c h t e r u i t k i j k m o n i t o r *
De achteruitkijkmonitor geeft bij het achteruitrijden visuele beelden van de achterzijde van
de auto.
WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig
is door rechtstreeks te kijken met uw ogen:
Achteruitrijden met de auto door enkel naar het scherm te kijken is gevaarlijk en kan
een ongeval of een botsing met een voorwerp veroorzaken. De achteruitkijkmonitor is
enkel een visuele hulpinrichting voor het achteruitrijden met de auto. De beelden op het
scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.
OPGELET
  Gebruik de achteruitkijkmonitor niet onder de volgende omstandigheden: Onder de
volgende omstandigheden is gebruik van de achteruitkijkmonitor gevaarlijk en kan dit
letsel en/of schade aan de auto tot gevolg hebben.
 


 Bij het rijden op wegen die bedekt zijn met ijs of sneeuw.



 Wanneer sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn aangebracht.



 Wanneer de achterklep niet volledig gesloten is.



 Wanneer de auto op een helling staat. 

 Wanneer de display koud is, bestaat de kans dat beelden over de monitor of het scherm
lopen en dat deze minder duidelijk zichtbaar zijn dan normaal, wat het bepalen van de
veiligheid van de omgeving rondom de auto kan bemoeilijken. Rijd altijd voorzichtig
en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig is door rechtstreeks
te kijken met uw ogen.
  Oefen geen overmatige druk uit op de camera. De positie van de camera en de hoek
kunnen afwijken.
  De camera niet demonteren, wijzigen of verwijderen aangezien deze dan mogelijk niet
langer waterdicht is.
  De behuizing van de camera is gemaakt van plastic. Breng geen ontvettingsmiddelen,
organische oplosmiddelen, was of ruitcoatings op de behuizing van de camera aan.
Als een dergelijk middel op de behuizing is terechtgekomen, dit onmiddellijk met een
zachte doek afvegen.
  De afdekking van de camera niet krachtig afvegen met een schuurmiddel of harde
borstel. De afdekking of lens van de camera zou bekrast kunnen raken, wat een
nadelige invloed heeft op de beelden.


Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 210 next >